“Elk jaar is het hetzelfde: ik ga veel te moe weg op vakantie, ben de eerste week niet te genieten, en tegen de tijd dat ik bijgekomen ben is de vakantie om. Dit jaar wil ik het anders doen. Maar hoe?”, vraagt mijn coachee zich hardop af.
Even afpellen. Hele jaar door hard werken? Check. Geen of weinig lunchpauzes? Check. Groot verantwoordelijkheidsgevoel en het idee dat je onmisbaar bent? Check. Niemand kan je werk beter doen dan jij? Check. Agenda altijd vol geboekt, ook met leuke dingen? Check. Tot het laatste moment voor de vakantie nog druk met afspraken? Check. In de vakantie je mail checken en de telefoon opnemen als iemand van je werk je belt? Check. Te weinig tijd voor reflectie, bezinning, verveling? Check. Je hebt de lat voor jezelf heel hoog gelegd? Check.
Wat denk je tijdens het doorrennen? Hoe komt het dat je dat doet? Waarom heb je het ‘nodig’? Wat zijn je overtuigingen? Arbeid adelt, economisch zelfstandig, ik werk dus ik ben, …? Wie ben jij in de kern, en kan je vanuit die kern ook andere keuzes maken? Keuzes waar je minder (vakantie)stress van hebt?
Deze dame had in elk geval aan de noodrem getrokken. Verstandig, voor je lijf het vóór je doet. Grotere kans nu op een vakantie zonder stress, met mooie momenten, energie voor tien, ruimte in je hoofd voor creatieve ideeën en nog veel meer moois. En daarna werk met minder stress, met een duidelijker beeld waarom je doet wat je doet.