Toen ik laatst in een eerste gesprek aan iemand vroeg waar diegene trots op was, kreeg ik het volgende antwoord: Ik ben er trots op dat ik vanavond warm gekookt heb voor mezelf. Met een verhaal erbij dat ze normaal nooit warm eten maakte voor zichzelf als ze alleen thuis was. Oke, goed begin, waar ben je verder trots op? Het bleef stil. De coachee kon niks bedenken. Helemaal niets. Terwijl tegenover me een persoon zat die een scheiding had doorgemaakt, op haar werk verzocht werd een andere (lees minder uitdagende) baan te nemen en die naast een fulltime baan een huishouden met twee schoolgaande kinderen draaiende hield.
Op mijn vraag of ze daar niet trots op was antwoordde ze: maar dat is toch heel gewoon? Nou, ik krijg anders veel coachees die dat allemaal niet voor elkaar krijgen en heel graag zouden willen. Met haar levenshouding, een van optimisme en kansen zien, erbij!
Ik gaf haar een tip: noem elke dag minimaal 1 ding waar je trots op bent. Dat mag iets heel kleins zijn. Sta stil bij wat je doet en waardeer dat. Laat je pauwenveren zien! Al is het maar aan jezelf 😉 Een mooi vertrekpunt om daarna af te pellen: waar ben je wel/niet trots op en hoe komt dat? Wat zijn je achterliggende gedachten, de stemmetjes in je hoofd, je drijfveren, je manier van met dingen omgaan?