Als je kinderen hebt herken je dit vast als een titel van een opvoedkundig boek. En als je het boek niet kent: hierin worden de groeistappen van kleine kinderen aangegeven. Zo kun je zien of jouw kind een beetje ‘op schema’ ligt en welke vaardigheden de kleine op het punt staat te ontwikkelen. Na een bepaalde leeftijd stopt het boek. Dan word je kennelijk geacht uitgegroeid te zijn, alles te kunnen.

Voor die fase bestaan ook boeken, maar die zijn lang niet zo klip en klaar als Oei ik groei. En waarom? Omdat je je vanaf het moment dat je ‘af’ bent op zoveel verschillende manieren verder kunt ontwikkelen dat daar niet 1 vast patroon in te ontdekken is. Wat wel hetzelfde is, is dat er een (lange of korte) fase van oncomfortabelheid (is dat een woord?) aan een groeimoment vooraf gaat. Bij sommige mensen gaat de ene fase haast als vanzelf over in de andere. Geen centje pijn. Bij andere mensen, zoals bij mij, gaat dat altijd gepaard met jezelf heel lang in de weg zitten, het niet goed weten, tobben, heel veel opruimen en andere afleidende klusjes doen tot de groei (eindelijk!!) zichtbaar wordt. En ik vind dat altijd een lastige fase. Ik weet hoe die fase verloopt en toch wil ik er eigenlijk niet aan. Ik wil me gewoon lekker voelen, energiek, niks aan de hand. Ik probeer hem wel te negeren maar dat lukt helaas nooit lang. Maar het is wel ergens goed voor. Daarna zie ik de wereld letterlijk helderder, met meer kleur, geur en warmte.

Sinds ik me er meer bewust van ben dat die fases zo gaan berust ik er meer in. Ik weet dat het overgaat en dat het ergens toe leidt. Ik laat me coachen en kom tot mooie ontdekkingen. Net zoals mijn coachees ontdekkingen doen in hun groeifase. Maar ik denk nog steeds elke keer opnieuw: oei…. ik groei 😉

 

[cta id=”7004″ vid=”0″]