Ze kijkt me verwachtingsvol aan. Ik, als coach, zal toch wel weten hoe ze van haar ‘blauwe plek’ af kan komen? De blauwe plek is haar pijnpunt, iets waar ze in haar dagelijkse functioneren last van heeft. Echte blauwe plekken worden groen, bruin, paars, geel, en verdwijnen dan. Figuurlijke blauwe plekken voel je op het moment dat je je stoot, of dat iemand anders er tegenaan stoot. Die worden ook groen, bruin, paars en geel, maar altijd te langzaam. En de plek kan gevoelig blijven.
Ze heeft er last van, is het beu, en haar doel is de blauwe plek te laten verdwijnen. Sterker nog: hem door mij laten verdwijnen. Helaas. Een coach kan je helpen je blauwe plekken te vinden, ze af te bakenen, de mate van pijn te bepalen, en je helpen ermee te dealen. Wanneer stoot je er tegenaan? Of wanneer doet een ander dat? Wat denk je dan? Hoe reageer je? Wat voel je (behalve pijn)?
En vervolgens: wat zou je anders kunnen denken? Hoe zou je anders kunnen reageren? Hoe voelt dat? Totdat het een gewoonte wordt, je zelf je blauwe plek hebt genezen en alleen jij nog weet waar hij ooit zat. Bijkomend voordeel: je weet precies wat je moet doen bij een volgende blauwe plek. Bij coaching krijg je niet het gerecht, maar ontdek je het recept 🙂