Je weet toch hoe een telefoon werkt?!
Dat was het advies dat een deelnemer aan één van mijn trainingen kreeg van zijn vader. Klinkt misschien als een raar advies? Wat de vader ermee bedoelde was: als je kunt bellen, dan ben je in staat hulp te vragen in kwesties waarin je dat nodig hebt. De beste man gaf helaas zelf niet het goede voorbeeld, en ook de zoon gaf toe pas iemand te raadplegen als hij er zelf echt niet meer uit kwam. In zijn geval: als hij te ver gegaan was in zijn pogingen dingen zelf uit te vogelen.
Ik denk terug aan een reclame van heel lang geleden: ‘wie tot 10 kan tellen, kan de hele wereld bellen’. Wie kent deze slogan nog? Technisch gezien is het waar. De meeste mensen weten wel hoe ze een nummer moeten intoetsen. Daar zit de belemmering niet. Die zit in gedachten. Gedachten als: vinden ze me niet gek als ik bel, ik moet dit toch zelf kunnen oplossen, straks denken ze dat ik zwak ben, ik zal die ander maar niet lastigvallen met mijn vraag.
Eigenlijk heel asociaal! Je ontneemt de ander de kans iets voor jou te doen. Weet je hoe blij iemand anders is als hij kan helpen. Draai het eens om: jij vindt het toch ook fijn als jij iemand verder kan helpen? Je bent nodig, iemand vraagt raad.
Dus zit je ergens mee en draai je vast, pak dan eens die telefoon en ga iemand bellen. Je vader, je vriend(in), je collega, een coach. Want jij weet toch hoe een telefoon werkt?