Pas heb ik me bij de sportschool afgemeld voor een groepsles die ik elf jaar lang gevolgd heb. Ik vond dat best een dingetje. Elke woensdagavond van acht tot negen uur volgde ik die les. Elf hele jaren lang. Als ik met vakantie was dacht ik op woensdagavonden om acht uur: nou zijn ze begonnen, en ik mis het!

Nu ben ik dus gestopt met die les. Niet omdat de les niet meer wordt gegeven, maar omdat ik op de woensdagavond iets nóg leukers ga doen. In de loop der jaren is de groepsles voor mij minder fijn geworden. Het begon te voelen als ‘moeten’ en ‘verplicht nummer’ in plaats van als willen. En hoewel zowel mijn gevoel als verstand aangeven dat dit een goede stap is merk ik dat de gewoonte om die les te volgen behoorlijk ingesleten is.

De sportles is me na elf jaar ook heel vertrouwd. Ik weet wat ik kan verwachten, het is bij mij om de hoek en ik kan bijna altijd op woensdagavond. Nu heb ik de les uit mijn agenda gehaald en de nieuwe activiteit (theatersport!) er in gezet. Maar ik merk dat mijn ‘denken’ nog staat ingesteld op woensdagavond = sportschoolavond. Het is nog geen automatisme om te denken: woensdagavond   = theatersportavond. Dat gaat wel komen. Kwestie van veel doen. Wat ik er opvallend aan vind is dat het oude (de sportles) nog in mijn systeem zit, ook al vind ik het nieuwe (de theatersport) vele malen gaver.

Hoe zit het dan met keuzes die je met minder overtuiging maakt? Of met gedachten die je niet meer wilt hebben? Stel je bent je hele leven gewend geweest te denken: kan ik dit wel, en je gaat ineens denken: ja, ik kan dat. Dan val je als je eventjes niet op let toch weer terug in je oude patroon. Ook een kwestie van veel doen. En volhouden. Net zoals ik elf jaar lang met mijn sportles heb gedaan.

Oh, en ik doe het in kleine stapjes: ik volg nu een sportles op een andere avond. Langzaam aan dus 😉

 

 

[cta id=”7004″ vid=”0″]