Een voorbeeld van een vraag van een coachee: “Mijn collega, met wie ik ook bevriend ben, is ernstig ziek. Ik leef heel erg mee met mijn collega/vriend, en tegelijkertijd zie ik heel veel extra werk op me afkomen. We werken nauw samen, en als hij er niet is komt het werk grotendeels op mij neer. Maar de problemen die mijn collega/vriend heeft zijn veel groter: dan mag ik me toch niet druk maken om extra werk? Het is toch maar werk?!”

Het is inderdaad ‘maar’ werk. En gezondheid is belangrijker. Maar je hébt die gedachte wel. Als je hem wegstopt en ontkent komt hij keihard terug. Misschien wel in de vorm van gezondheidsproblemen bij jezelf. Teveel spanning waar je aan ten onder kunt gaan. Want dat je collega/vriend ziek is, geeft ook al spanning – los van het extra werk dat jij er bij krijgt.

Hoe zorg je er nu voor dat je van jezelf accepteert dat die gedachte er is, en geef je ruimte aan die zorg? Zodat je je kunt concentreren op wat echt belangrijk is, namelijk jouw gezondheid en die van de vrouw van je collega/vriend. Wat zijn je opties om hiermee om te gaan?

Het is een boeiend coachtraject geworden, waarin de coachee geleerd heeft zijn gevoelens te accepteren en te benoemen. Resultaat: om kunnen gaan met de stress van extra werk en een goede vriend kunnen zijn.

De voorbeeldsituaties waarin je wat je denkt niet mag denken van jezelf zijn legio. Je kunt het zelf vast invullen: ik mag niet denken dat ik nu even tijd voor mezelf nodig heb en mijn kinderen een avondje niet wil zien. Ik mag mijn baas geen trut vinden. Ik mag er geen hekel aan hebben om naar mijn schoonfamilie te gaan. Ik mag er niet van balen dat mijn collega wel promotie heeft gekregen en ik niet. Ik moet blij zijn met de nieuwe baan van mijn partner – ook al moeten we ervoor naar de andere kant van het land verhuizen waar ik niemand ken.

Wat mag jij allemaal niet denken van jezelf? En wat brengt het je?

 

[cta id=’7004′]